
REKENEN, LEZEN & SPELLING
Sommige kinderen hebben het moeilijk met schoolse vaardigheden zoals lezen, schrijven en rekenen. Een achterstand kan vaak met extra ondersteuning en bijsturing verholpen worden, dan spreken we van een leerachterstand. Wanneer we spreken over een leerstoornis (dyslexie/dyscalculie/dysorthografie) gaat het over een hardnekkig probleem bij het aanleren en/of vlot toepassen van lezen, rekenen of spelling.

TAAL
De taalontwikkeling van een kleuter verloopt volgens verschillende stadia. Bij sommige kinderen zien we een vertraagd of afwijkend verloop in deze ontwikkeling in vergelijking met leeftijdsgenoten. Dit kan zowel bij het begrijpen als het spreken optreden.

STOTTEREN
Stotteren is een stoornis in het vloeiende verloop van de spreekbeweging. Stotteren kan zich uiten in het herhalen van klanken of woorddelen, het aanhouden van klanken of het blokkeren bij het op gang komen van de stemgeving en de articulatie. Naarmate de stoornis ernstiger wordt, treden secundaire gedragingen op. We zien dan bijvoorbeeld negatieve emotionele en cognitieve reacties. Deze kunnen resulteren in spreekangst en vermijdingsgedrag.

MEERTALIGHEID
We spreken van meertaligheid wanneer kinderen tijdens hun ontwikkeling in aanraking komen met twee of meer talen. Bv. ouders met verschillende moedertalen of kinderen van anderstalige ouders die op school een andere taal aangeboden krijgen dan thuis. Als de talen op de juiste manier aangeboden worden, zijn kinderen zeker in staat om twee of meerdere talen aan te leren. Het is belangrijk dat een kind wordt doorverwezen als er problemen worden opgemerkt in de taal. Bij meertalige kinderen wordt een taalontwikkelingsstoornis vaak laat ontdekt, omdat er gedacht wordt dat de problemen veroorzaakt worden door de meertalige opvoeding. Een taalontwikkelingsstoornis is ook steeds aanwezig in de moedertaal.

AFASIE
Afasie is een verworven taalstoornis na een beroerte of een trauma. Iemand met afasie verliest door een hersenletsel zijn vermogen om taal te begrijpen en/of te gebruiken. Ook het lezen en schrijven kunnen aangetast zijn. Andere bijkomende stoornissen zijn: verlammingen, problemen met het geheugen, oriëntatieproblemen, …

ARTICULATIE
Wanneer je moeilijkheden hebt met het uitspreken van bepaalde klanken, bijvoorbeeld [r] of [s], dan is er sprake van een articulatieprobleem. Tijdens het logopedisch onderzoek wordt nagegaan welke klanken of woorden moeilijk zijn (en of dit nog bij de leeftijd van het kind past). Tijdens de therapie worden de verschillende klanken dan stapsgewijs aangebracht en ingeoefend.

STEM
Stemproblemen kunnen allerlei klachten met zich meebrengen. De voornaamste zijn heesheid, een oppervlakkige ademhaling en het gevoel van een brok in de keel. Een onderzoek bij de NKO-arts is steeds aangewezen. De logopediste kan u stemhygiënische tips geven en correcte stemtechnieken aanleren.

AFWIJKENDE MONDGEWOONTEN
Foutieve orale gewoonten zoals duimzuigen, mondademen en infantiel slikken kunnen een foutieve tongligging in stand houden of veroorzaken. Hierdoor wordt de articulatie vaak verstoord. Daarnaast kunnen ze ook kaak- en tandstandvergroeiingen in de hand werken. Een orthodontische aanpassing heeft ten volle nut als de myofunctionele problemen ook opgelost worden.